Home > Art. 10 Mikken en/of spelen
Art. 10 Mikken en/of spelen
- Zich achter een bal van de tegenstander opstellen met de keu in een stand om te spelen, wordt bestraft met beurtverlies. Bij kaderspel duidt de tegenstander een bal aan om op het strafpunt te plaatsen. Dit is niet van toepassing wanneer de te bespelen bal vlakbij of in dezelfde speelrichting als de bal van de tegenstander ligt.
- Met een bal van de tegenstander spelen wordt bestraft met beurtverlies. De verplaatste ballen worden teruggeplaatst, bij kaderspel duidt de tegenstander een bal aan om op het strafpunt te plaatsen.
- Mikken of spelen vóór de ballen van de voorgaande stoot stilliggen, wordt bestraft met beurtverlies. De verplaatste ballen worden teruggeplaatst. Tijdens het kaderspel wordt de speelbal op het strafpunt geplaatst. Indien er niet gespeeld werd mag de tegenstander een bal aanduiden die op het strafpunt wordt geplaatst.
- Wanneer men tweemaal na elkaar speelt, wordt de speelbal op het strafpunt geplaatst, en alle verplaatste ballen terug op hun plaats.