Home > Art. 2 Aanvang van een partij
Art. 2 Aanvang van een partij
Reguliere competitie:
- Bij aanvang van de manche poetst de wedstrijdleider de ballen. De spelers leggen zelf de ballen op de aanvangspunten, rode ballen aan de kant van het witte doel en de witte ballen aan de kant van het rode doel. De wedstrijdleider doet controle op de juiste plaatsing van de ballen, en verbetert indien nodig. Het is de spelers vanaf dat moment niet meer toegestaan om de ballen met de hand te verplaatsen (onbehoorlijk gedrag - mancheverlies). Indien de speler niet akkoord gaat met de correctie van de scheidsrechter kan hij de scheidsrechter vragen de bal(len) te herpositioneren. Deze regel geldt ook tijdens tornooien.
- Wanneer na aanvang van het spel vastgesteld wordt dat de ballen langs de verkeerde kant liggen (wit bij wit doel, rood bij rood doel), worden de spelers er attent op gemaakt en gaat het spel gewoon verder.
- Bij wedstrijden van club tegen club, speelt de thuisspelende ploeg de 1ste manche met de witte ballen. Bij een eventuele beslissende manche heeft de bezoeker de kleurkeuze.
- Bij kampioenschappen speelt de eerst afgeroepen met de witte ballen en bij een beslissende manche spelen beiden een bal recht voor zich uit van korte band naar korte band van het biljart. De speler wiens bal het dichtst bij de band (men mag de band raken) vanwaar deze vertrokken is, stil komt te liggen, mag de kleurkeuze bepalen.
- De wedstrijdleider telt langzaam tot 3. Bij "3" wordt de middelste bal zacht via de linkse band gespeeld. De bal moet de breedte-as van het biljart overschrijden.
- De bal mag niet vertrekken vooraleer de wedstrijdleider "3" heeft gezegd. De bal van de ene speler moet vertrokken zijn vooraleer die van de andere de lange band raakt.
- Bij overtreding wordt herbegonnen. Bij een tweede overtreding van dezelfde speler lijdt deze beurtverlies en wordt de speelbal op het strafpunt geplaatst.
- Bij betwisting over de afstand van de ballen tot elk der doelen moet gemeten worden met een doelmeter.
- De speler wiens bal het dichtst bij het doel terechtkomt, blijft aan de beurt.
- Bij toucher op eigen bal(len) tijdens de aanvangsstoot wordt de speelbal van de overtreder op het strafpunt geplaatst. Alle ballen, met uitzondering van de bal van de tegenstander, worden teruggeplaatst en men heeft beurtverlies.
- Bij toucher op de bal van de tegenstander tijdens de aanvangsstoot wordt deze in doel gestoken. De speelbal van de overtreder wordt op het strafpunt geplaatst.
- Wanneer beide spelers bij de aanvangsstoot doelen, wordt de aanvangsstoot herhaald met een andere bal naar keuze, doch steeds zacht via de linkse band.
- Een bal op de lijn van de kleine driehoek wordt beschouwd als in de kleine driehoek.
- Een bal tegen de dop van het doel in de kleine aanvalsdriehoek mag hard gedoeld worden.
- Een beurt duurt 40 seconden, vanaf het stilvallen der ballen van de voorafgaande stoot. De wedstrijdleider kondigt "TIJD" aan na 30 seconden, waarna moet gespeeld worden binnen 10 seconden. Bij overtreding geldt beurtverlies. Tijdens het kaderspel duidt de tegenstander een bal aan om op het strafpunt te plaatsen. Bij duo wedstrijden krijgt men 10 seconden extra om te spelen.
Midweek competitie:
- Bij aanvang van de manche leggen de spelers zelf de ballen op de aanvangspunten, rode ballen aan de kant van het witte doel en de witte ballen aan de kant van het rode doel. De ballen worden op de buitenste punten en het middelpunt aan de grote driehoek geplaatst.
- Wanneer na aanvang van het spel vastgesteld wordt dat de ballen langs de verkeerde kant liggen (wit bij wit doel, rood bij rood doel), gaat het spel gewoon verder.
- Bij wedstrijden van club tegen club, speelt de thuisspelende ploeg de 1ste manche met de witte ballen.
- De speler gaat zacht op en speelt met de witte bal. De bal moet vooruit gespeeld worden en de breedte-as van de biljart overschrijden. Na de opgangsstoot moet de middelste bal van de tegenstrever de grote driehoek verlaten.
- Bij toucher op eigen bal(len) tijdens de aanvangsstoot wordt de speelbal van de overtreder op het strafpunt geplaatst. Alle ballen, worden teruggeplaatst en men heeft beurtverlies.
- Bij toucher op de bal van de tegenstander tijdens de aanvangsstoot wordt deze in doel gestoken. De speelbal op het middelpunt van de grote driehoek wordt op het strafpunt geplaatst.
- Een beurt duurt 40 seconden, vanaf het stilvallen der ballen van de voorafgaande stoot. De wedstrijdleider kondigt "TIJD" aan na 30 seconden, waarna moet gespeeld worden binnen 10 seconden. Bij overtreding geldt beurtverlies. Tijdens het kaderspel duidt de tegenstander een bal aan om op het strafpunt te plaatsen. Bij duo wedstrijden krijgt men 10 seconden extra om te spelen.