Art. 8 Fouten
- Men speelt met de keuspits. Bij elke andere speelwijze heeft men beurtverlies, worden alle verplaatste ballen teruggeplaatst en wordt de speelbal op het strafpunt geplaatst.
- Een fout die door derden veroorzaakt wordt, mag niet aan de speler aangerekend worden. Door zulk een fout verplaatste ballen worden door de wedstrijdleider teruggeplaatst.
- Men moet met minstens 1 voet de grond raken. Indien dit niet het geval is heeft men beurtverlies en worden alle verplaatste ballen teruggeplaatst. Bij kaderspel wordt de speelbal op het strafpunt geplaatst.
- Wanneer een speler een eigen bal klemt tussen de doppen van het verdedigingsdoel en het speelveld niet raakt wordt deze op het strafpunt geplaatst.
- Wanneer een speler een bal van de tegenstander klemt tussen de doppen van een doel wordt deze in het doel gestoken.
- Een bal geklemd tussen dop en band wordt los gelegd rakend aan band en dop.
- Bij rechtstreeks over doppen of ballen spelen, heeft men beurtverlies, worden alle verplaatste ballen teruggeplaatst en de speelbal op het strafpunt geplaatst.
- Onrechtstreeks over doppen of ballen spelen is toegelaten.
- Bij meerdere fouten in één stoot wordt alleen de eerste fout bestraft.
- Een eigen bal rechtstreeks op een andere eigen bal spelen, wordt bestraft met beurtverlies. De verplaatste ballen worden teruggeplaatst en de speelbal wordt op het strafpunt geplaatst.